Gratis verzending vanaf € 40 (NL)
Gratis verzending vanaf € 40 (NL)
Als je een echte schaakkoning wilt worden moet je veel oefenen. Hier zijn 10 tips om je op weg te helpen.
Ieder schaakstuk heeft een bepaalde manier van bewegen. Bijvoorbeeld de pion mag recht vooruit bewegen, maar valt diagonaal aan, dit alles met één vak per beurt. De beweging van een paard is een L-vorm. De loper mag diagonaal en meer dan één vak per beurt bewegen. De toren mag alleen recht bewegen, maar wel vooruit, achteruit of opzij. De koningin is het sterkste stuk en die mag zo ver als ze wil in alle richtingen bewegen, maar niet in twee richtingen binnen dezelfde zet. De koning blijft dichtbij zijn plek – zoals het een koning betaamt – en beweegt maar een vlak per beurt, maar wel in alle richtingen.
Beweeg de pion voor de koning of koningin de eerste beurt twee plaatsen vooruit (alleen in zijn eerste beurt mag een pion twee plaatsen vooruit). Dit opent het pad voor je lopers en koningin om in het spel te komen. Ze bewegen diagonaal en kunnen zich niet in het spel mengen als de pionnen in de weg staan.
Voordat je je koningin, toren of koning verplaatst moet je je paarden en lopers naar het midden van het bord verplaatsen. Deze stukken wil je achter de pionnen weghalen om je tegenstander aan te kunnen vallen.
Zowel voor en achter je! Als jij aan de beurt bent moet je altijd denken ‘Wat heeft mijn tegenstander net gedaan? En wat wil hij daarmee bereiken?’. Probeert hij een van je stukken te slaan? Dan pas kun je je eigen plan bepalen. Kijk altijd eerst naar al je mogelijkheden. Bekijk eerst de mogelijkheden om een stuk van de tegenstander te slaan of zijn koning te bedreigen, maar double-check wel altijd eerst je zet voordat je hem uitvoert. Stel jezelf de vraag of een van je stukken onbeschermd achterblijft als je je zet doet.
Doe niet teveel zetten met je pionnen en neem niet te veel tijd om de pionnen van je tegenstander te slaan.
De rokade maakt het mogelijk om je koning in veiligheid te brengen richting de hoek van het bord en je toren in het spel te brengen. Wanneer alle vlakken tussen je toren en je koning leeg zijn, mag je de koning twee vakken richting de toren zetten en de toren op de originele plek van de koning zetten. Als je tegenstander de rokade niet gebruikt, is dat je kans om zijn koning aan te vallen. Dit is de enige zet waarbij meer dan één stuk verzet mag worden.
Wanneer al je lopers en paarden in het spel zijn en je de rokade hebt gespeeld begint de “middle game”. In de middle game moet je altijd opzoek zijn naar manieren om de stukken van je tegenstander aan te vallen. Sla elk stuk dat niet beschermd wordt. Maar let wel altijd op wat er met jouw stuk gebeurt als je een stuk slaat – misschien wordt jij dan namelijk wel geslagen. Ben altijd opzoek naar manieren om met al je mannen de vijandige koning aan te vallen.
Je zult een aantal van de vijandige stukken slaan, maar een aantal van jouw stukken zullen ook geslagen worden. Je moet uitzoeken wat wel en wat geen goede ruil is. Gebruik dit punten systeem om uit te vinden of het een goed idee is om een van je stukken te verliezen:
Dus is het een goed idee om een loper te verliezen om een pion te redden? Nee!
Als je een goede zet bedenkt, wacht dan nog even totdat je een betere hebt gevonden. Geduld is de sleutel tot succes in het schaken.
Wanneer jij en je tegenstander beide wat stukken zijn kwijtgeraakt en er nog maar een paar over zijn, begint de “endgame”. Nu worden je pionnen belangrijker. Als je het voor elkaar krijgt om een pion helemaal aan de andere kant van het bord te krijgen (de kant van je tegenstander), dan mag je die pion omruilen tot een koningin. Een groot succes dus! Laat je koning mee doen in de aanval zolang je hem maar wel beschermt – vooral tegen de koningin van je tegenstander – en hij niet schaak(mat) komt te staan.
Je koning staat schaak wanneer je tegenstander hem in de volgende beurt met een van zijn stukken kan slaan. Als je koning schaak staat en er is geen manier meer om hem te redden – als hij niet weg kan rennen, jij het dreigende stuk niet kan slaan of de aanval kunt blokken met een van jouw stukken – dan heb je het spel verloren. Schaakmat! Als je je tegenstander schaakmat zet voordat hij hetzelfde bij jou doet, heb je gewonnen!
Wil je ook de uitstraling van een schaakkoning hebben? Dat begint allemaal bij je schaakbord en schaakstukken. Het mooiste is nog als je een complete schaakset hebt die helemaal bij elkaar past.
Bron: https://boyslife.org/hobbies-projects/funstuff/5486/10-tips-to-become-a-chess-champ/
